Cultuursensitieve basishouding 2: Ken de ander
Neem een cultuursensitieve basishouding aan door het erkennen en verkennen van het referentiekader van de hulpvrager.
Wie cultuursensitief handelt, weet dat de eigen overtuigingen niet voor iedereen gelden. Treedt jouw cliënt of patiënt daarom met een zo open mogelijke blik tegemoet. Hanteer in je werkrelatie reflexiviteit. Dat is de vaardigheid om wat jij ‘normaal’ vindt te zien als slechts één van de mogelijke oplossingen.
Leer de context van je hulpvrager kennen om zicht te krijgen op de best passende oplossing:
- Neem de tijd voor een grondige intake. Wat is het verhaal van de hulpvrager? Wat is zijn huidige situatie? Wat zijn diens normen, waarden, gevoeligheden?
- Hou er rekening mee dat culturele en levensbeschouwelijke achtergronden het alledaagse leven van je hulpvrager beïnvloeden.
- Weet ook dat de manier waarop mensen ziekten, beperkingen, problemen ervaren en hulp of zorg zoeken, cultureel bepaald zijn.
- Maar benader iedereen in de eerste plaats als individu en niet louter als vertegenwoordiger van een cultuur of religie.
- Pas daarom het kruispuntdenken toe. Elke hulpvrager heeft een gelaagde identiteit met verschillende deelidentiteiten. Bv. Patiënt Sara is niet alleen moslima maar ook lesbisch en werknemer. Deze deelidentiteiten zijn met elkaar verbonden en beïnvloeden elkaar. Het al dan niet hebben van een bepaald kenmerk heeft impact op de positie van de hulpvrager en op de kansen op een gezond leven.
Kruispuntdenken leert je het volledige plaatje zien. Zo krijg je als hulpverlener oog voor hulpverlening op maat.
Deze tools vertellen je meer over perspectieven, referentiekaders en kruispuntdenken: