Alle nieuws

Bouwen aan herstel: hoe pakt Katarsis dit aan?

Dossier middelengebruik - Katarsis

Februari 2024

In mei 1985 startte Katarsis met residentiële drughulpverlening. Hiervoor bieden ze een driedelig traject aan met als doel te re-integreren in de maatschappij. Ze vertrekken hierbij vanuit een groepsgerichte aanpak met respect voor de eigenheid van de bewoner. Mieke Lemmens, adjunct-diensthoofd en al 21 jaar werkzaam bij Katarsis, en Kristof Kusters, begeleider, ervaringsdeskundige en al 13 jaar werkzaam bij Katarsis delen hun inzichten en goede praktijken over cultuursensitieve zorg.

Kunnen jullie even kort schetsen wat Katarsis precies doet?

Logo Katarsis
Logo Katarsis

Kristof: "Wij zijn een centrum voor mensen met een middelenafhankelijkheid startende vanaf 16 jaar. Hierbij gaan we kijken naar wie we voor ons hebben en hoe die persoon past binnen onze groep. Bij Katarsis werken we met drie afdelingen: een detox afdeling, de therapeutische gemeenschap en een tussenhuis. Het programma is in zijn geheel gericht op het bevorderen van de re-integratie in de maatschappij."

"De detox afdeling is eigenlijk een korte crisisafdeling waar mensen ongeveer een zestal weken verblijven. Daar wordt een inventaris gemaakt om te kijken op welke levensdomeinen er problemen zitten en hoe het verdere traject eruit ziet. Vanuit de detox afdeling kunnen mensen doorstromen naar de therapeutische gemeenschap, wat een residentieel programma is van ongeveer 9 maanden. In de eerste zes onthaalweken leren ze onze werking beter kennen. Binnen Katarsis hebben we een heel specifiek taalgebruik, heel wat regels en groepen, het is dus belangrijk dat iedereen voldoende informatie en duiding krijgt. Binnen die therapeutische gemeenschap werken we vooral op het gedragsmatige. Daarbij gaan we bekijken waar mensen tegenaan lopen in het contact met anderen. De gemeenschap werkt eigenlijk vanuit een zelfhulpprincipe waarbij de volledige groep zelf het samenleven regelt. In de laatste module gaan mensen naar buiten toe werken. Tegen dan hebben we zicht op welke levensdomeinen mensen problemen ervaren en gaan we kijken naar de re-integratie. Een hele belangrijke in het herstel is het sociale netwerk. Dat zijn dan bijvoorbeeld hobby’s of de band met de familie eventueel terug oppikken. Na 9 maanden kunnen ze dan naar het tussenhuis, waar ze alles wat ze in huis geleerd hebben, gaan toepassen."

Mieke: "Nadien voorzien we ook nog een jaar nazorg. Het traject duurt dus eigenlijk iets meer dan twee jaar om je clean leven echt vast te pakken"

Genk is een hele diverse stad. Weerspiegelt zich dat ook in jullie hulpverlening?

Kristof: "Dat is iets waar we zelf ook op zoek naar zijn gegaan, omdat we zagen dat er eigenlijk geen weerspiegeling was. Hier zijn een paar factoren voor: enerzijds hebben we niet de juiste contacten in de wijken waar heel veel gebruik zit, daarnaast is er ook een heel groot wantrouwen naar hulpverlening toe. Anderzijds rust er een taboe op verslaving, waardoor we merken dat binnen bepaalde gemeenschappen het idee leeft dat verslaving niet bestaat. Als zij al hulp zoeken, neigen ze vaker naar een centrum dat zich bevindt buiten de regio van Genk. Hoewel we regelmatig mensen met een migratieachtergrond ontvangen, is dit aantal eerder beperkt."

Mieke: "In 2011 zijn we een onderzoek gestart. Daarbij is er een Turkse vrouw aangesteld om in de gemeenschap informatie te verspreiden over Katarsis en onze werking. Maar dat liep heel moeizaam, onder andere omdat zij een vrouw was en dat moeilijk bleek om bij de Imams terecht te kunnen. Hier zijn we dus wat op onze honger blijven zitten. We besloten uiteindelijk om eerst te focussen op het onthaal en om intern meer cultuursensitief te werken."

Kristof: "In het kader van het nieuwe veiligheidsplan van de stad Genk, zat ik onlangs met een organisatie aan tafel. Zij werken wel outreachend en gaan langs bij gezinnen om te praten over het bredere thema gezondheid en zo kunnen ze verder praten over tabak, alcohol en middelen. Dus dat is nu een piste die wij ook gaan bekijken om zo toch in de wijk te kunnen praten met gezinnen. Je kan moeilijk met je busje ‘katarsis verslavingszorg’ binnenrijden in de wijk, dat is veel te opvallend en daar komt niemand op af. Informeren en vertrouwen zijn hierin heel belangrijk volgens mij."

De eerste keer dat we Eid al-Fitr samen vierden kregen we veel positieve reacties, en zo zijn we van start gegaan. Mieke

Hoe gaan jullie om met mogelijke stigma's rondom middelengebruik bij verschillende culturen?

Mieke: "Soms, als we mensen met een andere nationaliteit in huis hadden, zagen we dat zij verstoten waren door hun familie. Waardoor het heel moeilijk was om dat stigma te doorbreken. Mensen die hier zitten zijn vaak bewust van het stigma dat er leeft, maar zitten daar zelf niet zo zeer mee. Wat we hier wel hebben is dat mensen zeggen ‘je wil van mij een Belg maken’, omdat al onze hulpverlening gemeenschappelijk is. Echter proberen we te focussen op gedeelde ervaringen, gedragingen, gewoontes en trauma's, in plaats van vast te houden aan witte normen die door iedereen overgenomen moeten worden."

 

Foto katarsis geloof

Kristof: "Wat we wel merken, is dat het vaak moeilijk is om in de familiale context samen te werken. We botsen hier vaak op taal als drempel, waardoor contact moeilijk loopt. We hebben een heel talige therapeutische gemeenschap, dus een basisvereiste is vaak dat je het Nederlands wat machtig bent. We kunnen er rek opzetten, maar dat is vaak heel moeilijk."

Mieke: "In onze gesprekken met familieleden laten we vaak onze cliënt tolken. Hoewel we ons bewust zijn dat een vertaling nooit 100% accuraat kan zijn, leggen we het vertrouwen bij onze cliënt."

Hoe staan jullie tegenover geloof binnen de gemeenschap?

Kristof: "In 2011 hebben we onze houding ten opzichte van geloof binnen onze gemeenschap onder de loep genomen. Daar hebben we een campagne rond opgezet, een beleid rond ontwikkeld en heel veel informatie en uitleg over gegeven. Deze gerichte inspanningen hebben geleid tot aanzienlijke veranderingen. Zo kon je vroeger nog de uitspraak horen ‘vroeger aten ze ook niet halal, nu moeten ze daar ook niet voor komen’. We blijven daar ook op inzetten door het thema te blijven aankaarten. Concreet is daar uit voort gekomen dat mensen die naar de moskee willen gaan, dit kunnen doen, op voorwaarde dat ze in de re-integratie module zitten. In samenspraak met de medebewoners kunnen mensen ook bidden en vasten als ze dit wensen. Een ander voorbeeld is dat we vorig jaar tijdens de Ramadan vijf mensen op dezelfde kamer hebben gelegd, zodat zij ‘s avonds konden eten, zonder dat het nachtalarm afging. Daar hebben we dus echt ruimte voor gemaakt. Bovendien vieren we hier Eid al-Fitr en het Offerfeest ook zoals kerstfeesten."

Mieke: "Om meer in te zeten op het thema cultuursensitiviteit, zijn we eerst met een kleine denkgroep begonnen om te kijken wat de noden waren van de mensen die bij ons verbleven en hoe we het gingen uitrollen. Dan is er een organisatie teamtrainingen komen geven en hebben we vormingen gevolgd en hebben we contact gehad met een Imam voor een uitwisseling. Een concreet voorbeeld is het thema vertrouwen waarover verschillende invullingen bestaan over religies en culturen heen. Het is voor ons cruciaal om dezelfde taal te spreken, zodat we alles duidelijk kunnen uitleggen. We hebben verschillende wegen bewandeld om dit te bereiken, en door de verkregen informatie continu te delen met de teams groeide het geloof dat het haalbaar is. Het delen van eerste succesverhalen, zoals het aanbieden van halal maaltijden en moskeebezoeken, heeft ook bijgedragen aan het opbouwen van positieve aandacht. De eerste keer dat we Eid al-Fitr samen vierden kregen we veel positieve reacties, en zo zijn we van start gegaan."

Merken jullie een verschil in hulpverlening bij mensen met een migratieachtergrond?

Kristof: "Mensen met een migratieachtergrond ervaren vaak racisme en uitsluiting. Dat is een eerste laag waarmee je aan de slag moet. Dat zijn dynamieken die je in onze groep ook ziet terugkomen. Daar zetten we op in door informatie te geven. Racisme wordt hier niet getolereerd, daar zijn we heel streng op! Zo hebben we ooit eens het bruine ogen, blauwe ogen experiment uitgevoerd en daar dan een gesprek over gedaan. In onze groep proberen we altijd te vertrekken vanuit de gelijkenissen. We starten vanuit de drugproblematiek waarvoor iedereen is binnengekomen en gaan daar aan werken. Alleen is de weg daarnaartoe voor iedereen verschillend."

Mieke: "We zijn op een bepaald punt ook gestart met een diversiteitsgroep, om mensen de kans te geven om zich volledig uit te spreken. Dat wordt door een vrijwilliger getrokken die zelf ook in het programma heeft gezeten. Die gaat dan bijvoorbeeld mee naar de moskee, hij organiseert ook gesprekken over de thema’s en begeleidt ons bij vragen."

Racisme wordt hier niet getolereerd, daar zijn we heel streng op! Kristof

Hebben jullie enkele goede praktijken of beleidsadviezen die jullie graag willen delen?

Mieke: "Er wordt heel wat aandacht besteed aan het thema cultuursensitieve zorg. Maar het is echt heel belangrijk dat je weet waarmee je bezig bent en dat je trekkers hebt die het willen uitrollen. Wij hebben met strategische en operationele doelstellingen op maand- en jaarbasis gewerkt. Daarbij is het dus belangrijk dat je niet zomaar een klein projectje uitwerkt, maar iets heel concreet maakt. In eerste instantie hebben we informatie verstrekt en mensen overrompeld met informatie, spreuken en gezegden. Een ander belangrijk gegeven is ook communiceren met je doelgroepen en vragen wat zij zelf nodig hebben. Zij ervaren vaak stigma’s, die wij niet zien. Je moet hen zeker betrekken als je iets wil veranderen in de organisatie. Op beleidsniveau is het belangrijk dat alle organisaties worden meegenomen in het promomateriaal."

Kristof: "Er leeft heel wat kennis in organisaties en die wordt soms niet gedeeld. We moeten veel meer gebruikmaken van de kennis en knowhow die in ons netwerk zit. Je moet het warm water niet uitvinden."